De blaadjes zijn altijd groener…

“Euh, wat sta jij te doen?” Vraagt zoonlief terwijl hij de kamer binnen komt. De vraag bevreemd mij. Het mag inmiddels algemeen bekend zijn dat ik mij bezig houd met zaken die door andere doorgaans als raar of vreemd worden beschouwd. Maar van hem had ik deze vraag niet verwacht. Onverstoord ga ik door met waar ik mee bezig ben. “Wat denk je dat ik aan het doen ben?” “Euh, de plant aaien?” Is zijn vertraagde reactie. Ik draai mij om en laat zien wat ik in mijn handen heb. “Ooh!” is zijn antwoord. Daarmee is nog steeds zijn vraag niet beantwoord. Want zoonlief heeft geen idee wat een stofdoek is. “Nou, veel plezier dan verder…” zegt hij er achteraan. Hij grist zijn jas van de kapstok en gaat naar de sportschool. 

Lang geleden zag ik een programma waarbij twee dames de meest smerigste woningen onder handen namen. Als laatste kregen de planten een poetsbeurt. De blaadjes van de planten werden stuk voor stuk onder handen genomen met een snoetenpoetser. Zo’n doekje voor peuters om neus en toet mee af te doen. Stevig en niet giftig. Ik heb dat onthouden en ééns in de zoveel tijd doe ik dat nu dus ook. 

Het geeft super veel voldoening om het laagje stof, het meeste geproduceerd door Groene Draak, van ieder blaadje te vegen. Ieder blad wordt weer diep groen en ziet er een stuk gezonder uit. Daarnaast denk ik even terug aan mijn biologie les. Daar heb ik geleerd dat planten hun energie uit zonlicht halen. Met die energie zetten ze CO2 om in zuurstof en glucose. Dit laatste is weer nodig om de plant te laten groeien als ik het goed heb. Ook wel fotosynthese genoemd. Wanneer de blaadjes stoffig zijn kunnen ze minder goed zonlicht opnemen en daardoor uiteindelijk minder goed groeien. Dat is wat ik er van gemaakt heb. 

Hoewel het van binnen borrelt en bruist, want ik heb zoveel dingen die ik graag nog op of aan wil pakken, kies ik er voor om nu even pas op de plaats te maken. Het is al maanden aan een stuk door heel druk op mijn werk en ook thuis dender ik geregeld door. Maar voor nu is het huis al aan kant. Mijn blog is bij. En ik heb mij gisteren al uitgeleefd in de sportschool.

Dus nu even heel bewust helemaal niks. Zelfs de voetbalfotografie (sorry boys) houd ik on hold want dat is geregeld ook vaak een dag “werken”. Ik gun mijn hoofd wat rust. Geen gedachten die alle kanten op stuiteren en een lichaam dat er half achteraan dendert. Hoewel… Dat laatste zou, in het kader van iets minder Boor, misschien nog niet eens zo’n gek idee zijn. Maar tja, gisteren dus al goed bezig geweest met sporten, wat betekend de volgende dag iets rustiger aan. Op deze leeftijd (haha) loop je zomaar een blessure op. En aangezien we nu juist zo lekker bezig zijn…

Ik bekijk mijn plant nauwkeurig. De ene helft is fris en sprankelend groen. Heerlijk. De snoetenpoetser is vies en rafelig. Ik pak een nieuwe en slaak een diepe zucht. Dit werk is bijna meditatief te noemen. Even “pas op de plaats maken” is zo gek nog niet…

Een (on)verwachte wending…

Toen Poownie dit leven verruilde voor het grazen op de eeuwige groene velden bleef ik een beetje bedroeft achter. Ja, natuurlijk rouwde ik om zijn heengaan. Maar het was na 28 jaar met paard opeens zo intens leeg zonder… Ik besloot na zoveel gemis om niet ook direct mijn routine over hoop te gooien. Dus ging ik nog een paar keer per week naar stal. In ieder geval om een vriendin te helpen met haar dienst. Daarnaast gebruikte ik de ruimte en tijd om tussen de paarden en in het midden van de kudde te aarden. Of misschien is opnieuw landen een betere verwoording. Het is ook deze plek waar ik mij de laatste paar jaar helemaal thuis heb gevoeld. Waar ik, met welke emotie dan ook, mocht binnen vallen en waar ik geregeld onder het vuil maar met een schoon hoofd weer huiswaarts keerde. 

Ik ben echt geen paardenmeisje. Maar een leven zonder paarden lijkt mij nu nog ondenkbaar. Ik liep rond met de intentie om op stal te vragen of er iemand was die voor een of twee dagen in de week een verzorgster kon gebruiken. Een pony om mee te wandelen, te grazen, te tutten of wat grondwerk mee te doen. Eigenlijk zoals ik de laatste jaren ook voor Poownie zorgde. Het voelde voor mij wat raar om zo kort na het overlijden van Poownie deze vraag al uit te zetten. Maar het universum besloot anders en liet mijn stalgenoot diezelfde week nog een app naar mij sturen met de vraag of het mij leuk leek haar paardje te verzorgen.

Tja, daar hoefde ik niet over na te denken. Ik had stiekem namelijk al een oogje op haar pony laten vallen. Ze is zo compleet anders dan Poownie. Een merrie om te beginnen. Daarnaast is ze met drie jaar de jongste van de groep en tevens behoort ze tot de kleinere paardjes van de kudde. Ze is heel nieuwsgierig en vooral erg ondernemend. Vooralsnog deinst ze niet snel terug als ze denkt dat daar (waar ze mogelijk niet mag komen) iets te halen of te beleven valt. Toen ze net bij ons op stal stond had de stalbaas wat te stellen met haar want ze liet zich door niets of niemand tegenhouden.

Alles aan haar is petieterig. Dit bedoel ik niet neerbuigend. In tegendeel. Het woordje klein doet namelijk afbreuk aan hoe sierlijk ze is. Haar ranke hoofd, de dunne beentjes en de mini-hoefjes. Iedere keer als ik haar aan het poetsen ben denk ik bij mijzelf: dit is te schattig!!! Maar laat je hierdoor niet in de luren leggen. Hoe schattig ze er ook uit ziet, zo drakerig kan ze af en toe zijn. 

Daar moest ik wel even aan wennen. Maar we leren snel!! Ik smelt als ze haar kudde achter laat en naar mij toe komt als ik haar roep. Als we samen aan de wandel zijn en ze in een drafje naast mij meeloopt. Wanneer ze mij ongevraagd volgt door de paddock. Als ze mij uitdaagt tijdens grondwerk en dan daarna toch braaf doet wat ik van haar vraag. Ik weet zeker dat deze dame voor voldoende blog inspiratie zal zorgen. Maar laat ik haar eerst maar eens aan jullie voorstellen.  


Meet (S)Tinkerbell, mijn nieuwe vriendinnetje: 

Omdat het baggerweer is…

… even terug naar vorig weekend.

Het is niet dat ik express de twee dagen in mijn agenda heb leeggelaten. Maar nu ik door mijn agenda blader schijnen ze mij toe als de zon die nu ook aan de hemel staat. Stiekem ben ik er wel blij mee. Niet zozeer mijn lichaam maar vooral mijn hoofd geeft aan dat ik een stapje terug moet doen. Ik besluit het er na een hele tijd weer eens van te nemen. Geen voetbalfoto’s, hoewel ik mij daar echt voor in moet houden. Niet een extra ritje fietsen of naar stal. Geen bezoek of op visite. Niet sporten, wat mij ook moeite kost want gisteren heb ik ook niets gedaan. Ik beloof mijzelf dat ik morgen weer los mag. Maar bovenal geen schoonmaak activiteiten. De boel de boel laten en even wat tijd voor mijzelf nemen. 

Als ik mij eenmaal over deze hobbel heen heb gezet gaat het mij redelijk makkelijk af. Zoon en schoondochter blijven tot einde van de ochtend thuis maar vertrekken dan richting voetbal. Vriendlief gaat er wel even met de fiets op uit en ik? Ik trek mijn korte broek en t-shirt aan en vertrek richting de tuin. Daar laat ik mij in een stoel zakken om er de eerst volgende 3 uur niet meer uit te komen. Voor ik mijn luisterboek aanzet blik ik nog even terug op mijn drukke, overvolle maar oh zo zalige week. 

Het begon vorig weekend al met een verjaardagsfeestje en etentje bij mijn tante thuis. Ze werd 60. Toen scheen de zon ook zo heerlijk en hebben we tot aan de maaltijd in de tuin kunnen zitten. Dinsdag mocht ik de kaarsjes op mijn eigen verjaardagstaart uitblazen en gingen we lekker uit eten. Op woensdag mocht ik uitslapen want ik was vrij. In de middag had ik een “lunchdate” met een vriendin die ik al heel lang niet meer had gezien. Onder het genot van een kop thee en gebak bespraken we onze laatste avonturen. En op vrijdag werd ik door Zoon en schoondochter getrakteerd op een etentje voor mijn verjaardag. Super lief!!

Tussendoor heb ik gewerkt voor drie. Want nog steeds missen we een aantal handjes op de zaak. Er zijn hulptroepen onderweg en er gaat snel (nog) een vacature open. Maar ja, we weten allemaal dat het tot die tijd roeien is met de riemen die we hebben. Inmiddels zijn er wel een aantal zaken aangepast en gedigitaliseerd waardoor processen alleen nog gemonitord hoeven te worden. Toch kost het heel veel energie om al die tijd alert en gefocust te blijven. Het lukte mij dan ook niet om mijn figuurlijke boog de hele week gespannen te houden. Mijn hoofd was maar wat blij toen het weekend aanbrak en ik de boel kon afsluiten. 

Vanaf het moment dat ik in de stoel ben gaan liggen en mijn week geëvalueerd heb kost het mij totaal geen moeite om te ontspannen en mij mee te laten voeren door het verhaal waar ik vorige week in begonnen ben. Dus nu lig ik hier, te genieten van het even niets hoeven ondernemen. Alleen maar luisteren, ontspannen, luieren en de warmte van de zon op mijn gezicht voelen. Het voelt bijna als vakantie! Ik heb dit zonnetje en het zalige weer intens gemist! En aangezien het volgende week weer “herfst” wordt, neem ik het er nu even van…

Het loopt altijd anders…

Lees hier alle voorgaande delen…

Projecten kosten geld. Dat weet iedereen. Dus toen ik er achter kwam dat ons systeem niet geheel hufterproof was voelde ik op mijn klompen aan dat we geld moesten uitgeven om het een en ander te laten verbouwen. Voorzichtig breng ik deze informatie bij de baas. De reactie valt mij mee. Sterker nog, ik krijg een budget mee en mag zelf gaan onderhandelen met IT. 

De onderhandeling staat voor dezelfde week gepland. En ik ben maar wat blij dat ik er niet alleen voor sta. Mijn eigen ITer is ook aanwezig en dat is maar goed ook. De thermen vliegen mij links en rechts om de oren en ik heb niet bepaald de tijd om de betekenis van alles op te zoeken. Er volgt een re-cap in Jip en Janneke taal, speciaal voor mij, en ik mag een klap op de knop geven. Onderhandelen blijkt uiteindelijk niet eens nodig. De aanpassing kost ons een “appel en een ei”. 

Nu dit stukje van het project is uitgezet is er voor mij even niets te doen. Dus kan ik al mijn tijd inzetten voor project twee. Want deze draait ook alweer een paar weken. Mijn collega en ik doen dit samen en dat werkt super fijn en vooralsnog vullen we elkaar ook heel goed aan. Ze heeft veel meer kennis op het gebied van projectmatig werken en het schrijven van projectplannen. Daar leer ik weer van. Het projectplan was dan ook vlot geschreven, een tijdspad werd uitgezet en voor beiden kregen we direct na inleveren een akkoord. Als eerste stond “informatie vergaren” en “veldwerk” op de planning. 

Er werd gezegd dat de concurrent mogelijk al een stuk verder was dan wij. In het kader van beter goed gejat dan slecht bedacht, besluiten we een “kijkje in hun keuken” te nemen. We schrijven ons alle twee in bij een andere organisatie en gaan undercover. Hun hele proces lijkt verdacht veel op ons huidige proces. Tenminste, bij mij. Mijn collega loopt echter wel tegen een aantal noemenswaardige punten op die bijzonder afwijkend zijn. Maar we willen een upgrade, geen downgrade. Dus laten we die snel los. Beide zijn we heel benieuwd hoe de vervolgstappen door de concurrent uitgevoerd worden. 

Hoewel kennis vergaren en afkijken de bedoeling is van ons veldwerk wil ik toch stiekem ook wel heel graag aan het einde van de rit mijn “papiertje” halen. Het duiveltje op mijn schouder zegt dat dit heus wel hand in hand kan gaan. Beantwoord de vragen en ondertussen houdt je oren en ogen goed open. Dus als ik daar zit kan ik een glimlach niet onderdrukken. Het is te grappig. Ik voel mij net een Alberto Stegeman of een Kees van der Spek. Uiteindelijk komen we er achter dat de concurrent nog helemaal niet zo ver is als waar wij naar toe willen. Maar het papiertje is voor ons alle twee binnen!

Het veldwerk heeft in die zin dus niet heel veel bijzonders opgeleverd. Wel weten we dat ons bedrijf in een paar opzichten voor op schema loopt. Het veldwerk kunnen we in ieder geval afvinken van ons lijstje. 

Maar dan komt het vervelende bericht. Kort na elkaar vallen er onverwachts een aantal collega’s uit. Dat betekend dat eerst project één en al snel project twee een lagere prioriteit krijgen. De komende weken moeten we alle zeilen bijzetten om niet alleen de toko maar ook ons zelf overeind te houden… 

Wordt vervolgt… 

Ondertussen, in de sportschool…

Ik ga zo op in mijn eigen wereld, de beat in mijn oren, het trappen op de pedalen en het zwiepen van mijn armen, dat ik de deur achter mij niet open heb horen gaan. Wanneer vriendlief heel enthousiast zijn telefoon voor mijn neus houd sla ik die in een reflex van mij af en stomp hem bijna op zijn neus. Iets met fight or flight. Door deze actie vliegt zijn telefoon uit zijn handen en buitelt door de lucht. In een split second trek ik mijn hand terug om hem geen blauw oog te slaan terwijl hij al het mogelijke doet om zijn telefoon van een wisse dood te redden. Tegelijk houd hij met zijn andere hand mijn lichaam in evenwicht. Iets wat ik niet verwacht waardoor ik alsnog uit balans raak en bijna van de crosstrainer lazer. 

“Jezus, what the f*ck doe je!?” Is het enige dat ik uit kan brengen. Vriendlief, totaal niet van zijn stuk gebracht brengt zijn telefoon weer naar mijn gezicht. Dit keer sla ik hem niet uit zijn handen maar kijk naar wat blijkbaar niet een uurtje had kunnen wachten. Oké, toegegeven, ik ben wel blij met de foto die ik zie. Iets met een verbetering aan ons bootje. Die binnen afzienbare tijd weer in het water ligt. Mijn hartje is overigens nog steeds bezig met het maken van salto’s in mijn borstkas. Dus ik neem direct maar een korte break. 

Als ik weer alleen ben en mij verzekerd heb dat de deur dicht is start ik mijn training opnieuw. Ik train ongeveer 3 keer in de week en inmiddels ben ik enkele weken onderweg. Mijn doel is om naast mijn zinnen te verzetten, mij ook lekker in het zweet te werken, mijn algehele conditie te verhogen en mijn spieren te versterken. Al met al wil ik gewoon beter in mijn vel komen te zitten. Nog iets weerbaarder worden dan ik al ben. En het is gewoon een fijn tijdverdrijf na een dag zittend op kantoor te hebben doorgebracht. 

Overigens train ik, in tegenstelling tot zoonlief, lekker thuis. Hij heeft heel even geprobeerd mij over te halen met hem mee naar de sportschool te gaan. Gelukkig zag hij daar, in zijn eigen voordeel, al snel vanaf. Want met mij kan het natuurlijk nooit normaal, zie eerste alinea van dit blog. Daar zit je als jong volwassene met het kweken van spierbundels gewoon echt niet op te wachten. Dus zeggen we elkaar vaak tegelijk gedag. Hij vertrekt via de voordeur naar de sportschool en ik ga de trap op naar boven, waar ik een kamer heb omgetoverd tot “private gym” 

Toen ik net begon met sporten, nu dus alweer enkele weken geleden, moest ik mij heel erg inhouden om mij niet overal blind in te storen. Doseren is het sleutelwoord. Iets dat ik, nu ik ouder aan het worden ben, door schade en schande heb moeten leren. Ik wil niet na een paar weken alweer met een blessure op de bank zitten. Zoals vorig jaar waardoor ik heel de zomer niet heb kunnen SUPpen of wakeboarden. Ik ben rustig begonnen en voeg iedere week iets toe aan mijn workout. Dat maakt dat ik wekelijks trainingen kan afwisselen en daardoor nog enthousiaster bezig ben. Inmiddels weet ik ook dat het niet het einddoel is dat telt, maar de reis er naar toe.

Q1…

Een terugblik op het eerste kwartaal levert mij een mengeling aan emoties. Ik heb de afgelopen maanden een aantal flinke dieptepunten bereikt. Daartegenover staan de hoogte punten. Want die waren er ook. Ze verzachten de tranen en brengen hoop en energie. Zo namen Poownie en ik op de tweede dag van dit jaar na 28 jaar afscheid van elkaar. Heftig. Intens. Om daarna met liefde terug te kijken op zijn leven en onze tijd samen. Wat een mooi dier was het. Af en toe verschijnt hij in mijn dromen. Ik geloof graag dat hij mij laat zien dat het goed met hem gaat. 

Het etentje dat gepland stond met stalgenoten later die maand heb ik afgezegd. Ik kon het niet aan de dames onder ogen te komen. Het zou geheid over Poownie gaan. Ik trok het niet. Daarom genoot ik des te meer van de etentjes met familieleden. Te beginnen met de High-tea die we gaven op de verjaardag van mijn zusje. Een uitgebreide lunch met mijn schoonmoeder. De verjaardag van mijn tante en de week daarop een etentje van mijn oom om eveneens zijn verjaardag te vieren. Toasten op het leven omdat dit niet zomaar is gegeven. Een cliché en oh zo waar!! Want ook namen we begin van dit jaar afscheid van weer een familielid. 

De wintersportvakantie bracht lucht. Er echt even helemaal uit zijn zorgde er voor dat ik los kwam van de emoties en het gevoel aan huis gekluisterd te zijn. Wat hebben we weer gelachen en een lol gehad. Ondanks de slechte sneeuwcondities heb ik zelfs heerlijk geboard. En bij terugkomst in Nederland kreeg ik de vraag of het mij leuk zou lijken om een van de pony’s op stal te gaan verzorgen. Daar hoefde ik geen twee keer over na te denken. Uiteraard ga ik daar binnenkort uitgebreid over vertellen. Want deze dame verdiend het om officieel aan jullie voorgesteld te worden. 

Tussendoor fotografeerde ik een aantal voetbalwedstrijden in mijn eigen dorp. Nog niet eerder zat ik bij deze club langs de lijn. De spelers vonden de foto’s tof genoeg om mij nog een keer te vragen. Hoe leuk is het, als je andere mensen blij kunt maken met je eigen hobby?? Helaas voor de boys waren mijn weekenden gevuld met familiebezoekjes waardoor ik niet alle wedstrijden kon. 

Ik had een toffe dag op mijn werk. Waarbij we met een aantal collega’s waren uitgenodigd bij van der Valk om te brainstormen en overleg te voeren voor het jaarplan 24/25. Omdat we met een diversiteit aan mensen bij elkaar zaten bracht dit allemaal andere invalshoeken. Daar zijn weer mooie ideeën uit naar voren gekomen waar we in het nieuwe jaar mee verder kunnen. Het was een leuke en leerzame dag en ik hoop volgend jaar weer van de partij te zijn.  

In de laatste weken van maart werd dan eindelijk de schade aangericht door de lekkage uit de badkamer verholpen en de hal werd voorzien van een lik verf. Het ziet er weer keurig fris en schoon uit. In diezelfde week had ik met familie een Indische High tea en stond voor het eerst dit jaar onze BBQ aan. 

Het eerste kwartaal zit er bijna op. Nu genieten van de paasdagen en daarna luiden we het tweede kwartaal in met, hoe kan het ook anders, een etentje. 

Fijne paasdagen allemaal …

Tong-Tong, tijd voor thee…

Jeetje ik voel mij net zoonlief die ook altijd half onvoorbereid op pad gaat. Of er simpelweg vanuit gaat dat zijn maten het allemaal wel weten. Zo niks voor mij. En toch kom ik om half 12, op aanwijzen van tante, een soort van onvoorbereid aan op het station waar we met elkaar en de rest van de familie hebben afgesproken. Compleet vertrouwend op haar inzicht reizen we vandaag per trein, vanaf spoor 2, richting Den Haag alwaar we hebben afgesproken bij boekhandel Moesson voor een heuse Indische High Tea. 

Het idee werd eerder dit jaar geboren toen we, heel toevallig, ook aan een High tea zaten met elkaar. Onder het genot van bijzondere smaken thee, grootmoeders appeltaart, zomerzotheid en vreugdevuur om maar wat namen te noemen, werkten we zowel zoetige als hartige versnaperingen naar binnen. Deelden we cadeautjes uit, want sis was jarig en hadden we naast serieuze gesprekken ook pijn in onze kaakspieren van het lachen. Dit vroeg dus om een herhaling. 

We gaan bijtijds van huis, want werkzaamheden aan het spoor. Maar de rit gaat sneller dan verwacht. Voor we het weten komen we aan in Den Haag. Een klein stukje met de tram brengt ons ruim 45 minuten eerder dan gepland op onze eindbestemming. De medewerkers van Moesson maakt het niks uit en we worden gastvrij ontvangen. Onze jassen worden aangenomen en daarna vermaken we ons tussen alle mooie kook-, lees- en geschiedenisboeken die er liggen. Ook worden er batik shirts, tassen en andere Indische spulletjes te koop aangeboden. Het kost mij moeite om niet grof in te slaan. 

Eerder dan verwacht is onze tafel, de enige in het winkeltje, gedekt en mogen we plaats nemen. We krijgen een overheerlijke (alcoholvrije) prosecco om te toasten. Daarna worden er twee goed gevulde etagère’s met Indische hartige en zoete hapjes gebracht, gevolgd door de thee. De komende twee uur kunnen we ons te goed doen aan al dit lekkers. Tussendoor wordt onze theepot bijgevuld en omdat we voor het raam van de winkel zitten hebben we veel bekijks van het winkelende publiek. Dat hebben ze slim gedaan want geen enkele reclame werkt beter dan het zien van mensen die het naar hun zin hebben EN die lekker aan het eten zijn! Geregeld blijven er dan ook mensen staan die denken dat het een toko is in plaats van een boekwinkeltje. 

Na enige tijd komt er een delegatie van de Indo-foodtours binnen. Deze groep krijgt een drankje en wat Indische hapjes. Gevolgd door een korte geschiedenisles waaraan wij mogen deelnemen. Er wordt verteld over wat Moesson precies is en hoe het ontstaan is. Wie de grondlegger, Tjalie Robinson, was en wat hij in zijn leven allemaal gedaan heeft. Zo is hij een grote spil (geweest) in de Indo gemeenschap. Hij heeft aan de wieg gestaan van wat wij nu kennen als de Pasar Malam. Toen werd het Tong Tong genoemd. Vernoemd naar een uitgeholde boomstam die in Indonesië werd gebruikt als alarmklok en seininstrument. (Tong-Tong te zien op foto hieronder). De Pasar in Den Haag heeft overigens meerdere namen gekend. Inmiddels heeft het alweer enige tijd de naam: Tong-Tong Fair.

Het lukt ons bijna om alles op te krijgen. Dat wat niet op gaat, gaat mee naar huis. En ook aan de kassa slaan we nog wat in voor het thuisfront. Want tja, met lege handen thuiskomen kan natuurlijk niet. De terugreis gaat in omgekeerde volgorde en eind van de middag staan we weer op het station. Het was een gezellige en smaakvolle middag. De Indische High-Tea bij Moesson is zeker een aanrader.

Kleinvogel…

“Hij zit toch wel in zijn kooi he?!” Was zo’n beetje de eerste uitspraak die ik van mijn schoonmoeder kan herinneren toen ze bij ons op bezoek kwam. Dat is alweer heel wat jaar geleden. Ik zal ongetwijfeld groene draak in zijn kooi hebben opgesloten, wat mij uiteraard een verontwaardigde blik heeft opgeleverd. Van Draak wel te verstaan. Want ophokken in zijn eigen huis is niet iets wat wij normaal gesproken doen. Maar voor schoonmoeders maakten we een uitzondering. 

Wanneer ze een tijdje later onverwachts voor de deur staat is het te laat om Draak in zijn kooi te stoppen. Hij zit parmantig op zijn troon en kijkt ons beurtelings aan met een blik die zegt: “Ha te laat!”. Het is moeders die hem als eerste opvalt. Helemaal los. Op zijn kooi. “Hij kan toch niet vliegen he?!” Is het eerste wat ze zegt. “Draak kan wel fladderen maar geen hoogte maken. Hij valt dus alleen je tenen aan. Meer niet.” Zeg ik iets te serieus en dat wordt bijna voor waar aangenomen. Als ik haar er echt van verzekerd heb dat Draak niets doet neemt ze, uit voorzorg, in de verste hoek van het huis plaats op een stoel. 

Moeders heeft dus angst voor vogels. Waar deze angst vandaan komt weet ik niet. Misschien wel veroorzaakt door “The birds” een horrorfilm van bijna 100 jaar geleden. Vooral het gefladder is een eng en naar geluid. Draak is daarentegen ook niet bepaald een klein parkietje maar een heuse amazone papegaai. Hij neemt niet alleen figuurlijk gezien veel plek in beslag… Groene draak is een onderdeel van ons gezin. En op de koffie komen betekend nu eenmaal geconfronteerd worden met elkaar. Hem even in een andere kamer zetten of in de tuin los laten is er niet bij. 

Gelukkig weet Draak menig mens voor zich in te nemen met zijn jolige karakter en clowneske vertoningen. Dan moet je uiteraard niet bang zijn voor clowns… Bij ieder bezoek van schoonmoeders zei hij netjes “Hallo”, “Dankjewel” als ik hem tijdens de koffie ook wat lekkers gaf, en “dag, doei en tot strakjes” als ze weggingen. Na een tijdje was ze wel gewend aan zijn aanwezigheid. Hij hoefde zijn kooi niet meer in en werd zelfs persoonlijk, vanaf een afstandje dat dan weer wel, begroet. Ze leerde dat Draak ook braaf was en zichzelf prima vermaakte met alle speeltjes op en in zijn kooi. 

Sinds het overlijden van haar man is moeders vaker bij ons. Ze blijft ook geregeld eten en heeft in die tijd de complete routine van Draak en mij meegemaakt. Als hij mij helpt met het schrijven van blogjes. Als hij mee gaat zonnen in de achtertuin. Als we samen op de bank een film kijken, zit hij geregeld op mijn arm om mee te kijken. En als wij gaan eten, krijgt Draak ook eten. In zijn kooi wel te verstaan. Inmiddels spaart ze zelfs zijn kleurrijke veren. 

“Oma….. Zeg maar OMA” hoor ik vanuit de woonkamer als ik in de keuken met het eten bezig ben. Als ik om het hoekje kijk zie ik haar met haar neus bijna in de kooi staan, terwijl Draak op zijn stok aandachtig naar haar luistert. Ze herhaald haar vraag een aantal keer maar krijgt (nog) geen antwoord. Ze heeft haar angst in ieder geval overwonnen. De vogel op haar arm gaat haar te ver. Maar wie weet mag ie straks wel bij oma logeren als wij een weekendje weg zijn.

Invulling aan tijd…

Het overlijden van Poownie had een bizar grote impact op mij. Niet alleen was ik erg verdrietig, ik was ook extreem moe. Daarnaast voelde mijn lichaam alsof ik met 50km per uur tegen een muur op was geklapt. Mijn spieren stonden strak gespannen, mijn lichaam was verkrampt en mijn huid voelde overal beurs aan. Van gekheid wist ik de eerste weken niet wat ik moest doen. Alles voelde verkeerd. Ik was te rusteloos om mijn rust te pakken maar te moe om daadwerkelijk iets te ondernemen. Om over mijn concentratiespanne nog maar niet te spreken. 

Van mijn baas mocht ik “onder de radar” werken. Dat betekende dat ik wel mijn werk kon doen, lekker vanuit huis, zonder midden in de hectiek te staan. Op deze manier kon ik mijn zinnen verzetten en tegelijk ook helemaal mijzelf zijn met alles wat er in een rouwperiode te verwachten valt. Niet lang daarna stond onze wintersportvakantie gepland. Die week komt altijd als geroepen maar nu was dit extra fijn. Want afleiding en even helemaal weg uit mijn eigen omgeving zou mij niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk weer helemaal op kunnen laden. 

En dat was precies wat iedere dag spelen op de berg in goed gezelschap met mij heeft gedaan. Eenmaal thuis had ik weer zin om dingen op te pakken. Aan de slag te gaan op mijn werk maar ook met projecten thuis. Daarnaast voelen de bezoekjes aan stal, zonder Poownie, nu minder zwaar aan. Ik besloot ook het intermittent fasting weer op te pakken en direct bij thuiskomst een gezonde week in te zetten. Ik kan maar beter gebruik maken van de positieve vibe die er hangt. 

In de verdrietige weken heb ik nergens naar gekeken. Maar dan ook echt nergens naar. Ik deed waar ik zin in had en at waar ik trek in had. Dat resulteerde in de hele dag door snaaien en snacken, ook ’s avonds laat. Bewegen deed ik minimaal. Uit ervaring weet ik dat ik mij daardoor juist niet bepaald beter ga voelen, in tegendeel. Echter kon ik mij er niet toe zetten terwijl ik weet dat regelmaat en ritme het beste voor mij is.

Ik maakte daarom dankbaar gebruik van het moment toen ook het sporten, na een week bikkelen op de berg, begon te kriebelen. Het meeliften op een flow, ook al heb ik die zelf gecreëerd voelt super fijn. Dat scheelt energie en is beter vol te houden. Nu ik ‘s avonds niet meer iedere dag naar stal hoef heb ik immers tijd over. Inmiddels heb ik 2 avonden in de week de (thuis)sportschool geconfisqueerd. Met daar achteraan een yoga sessie. Mijn stappenteller is opnieuw geactiveerd zodat ik tussendoor ook meer van mijn plek af kom en mijn waterfles is weer een vast onderdeel op mijn bureau. 

Het voelt extra goed om wat actiever en gezonder bezig te zijn. Poownie mis is nog steeds. Evenals mijn jarenlange routine. Toch komt er nu langzaam tijd en energie vrij voor een andere invulling aan mijn vrije tijd. En dat voelt goed.

Doe het zelven…

Sinds een paar jaar wax ik zelf de ski’s van de mannen en mijn eigen snowboard. Ik dacht altijd dat dit heel moeilijk was en alleen de pro’s dit zelf deden. Dus bracht ik braaf mijn snowboard naar de winkel waar ze hem door een of andere automaat haalden. Tegen betaling kreeg ik mijn board terug en zag hij er nog net zo ellendig uit als toen ik hem bracht. Toen ik een paar jaar geleden tijdens de wintersportvakantie zo’n beetje stil stond op de berg omdat mijn board zo uitgedroogd was als een zongedroogde tomaat was mijn irritatiegrens bereikt. Ik bracht mijn board halverwege de vakantie naar een sportwinkel in Oostenrijk. Toen zag en merkte ik pas het verschil. 

Eenmaal terug in Nederland dook ik de wondere wereld van het zelf ski’s en boards waxen in. Ik kocht een starterskit doe-het-zelven en ging daarmee aan de slag. Vanaf dat moment gaan de ski’s en mijn board gewaxt mee op vakantie en nooit meer uitgedroogd de vliering op na vakantie. Ik ben inmiddels ook al zover dat ik mijn koffertje met wasspullen mee neem op vakantie en halverwege de week mijn board van een frisse nieuwe wax laag voorzie. Zelf waxen is zoveel beter, leuker en uiteindelijk ook nog eens goedkoper. 

Aangezien de wintersport over een paar weken weer aanbreekt(*) sta ik ook nu weer over mijn kleurrijke board gebogen. Voor het eerst dit jaar heb ik mij er ook aan gewaagt de kanten te slijpen met een simpele kanten slijper. Ook dit zat in mijn doe-het-zelf koffertje. Maar ik had mij er tot aan nu nog nooit echt aan gewaagd. Het is mij gelukt de bramen en hapers er van af te krijgen. Ook heb ik, zoals de video op youtube mij voordeed, de kanten geslepen. Het geheel voelt scherper maar ben er nog niet helemaal van overtuigd dat ik er alles uit heb gehaald. Mijn nichtje heeft haar board eens laten slijpen en kon hem daarna niet normaal meer vasthouden. Haar board was veranderd in een vlijmscherp mes. Dus daar zou ik mij nog eens in moeten verdiepen. 

Het waxen gaat mij gelukkig redelijk goed af. En ik vind het leuk om te doen. Nadat de voorbereidingen getroffen zijn en de wax op het board gedruppeld is kan het feest voor mij beginnen. Heel neurotisch haal ik het strijkijzer van voor naar achter over mijn board. De inmiddels opgedroogde waxbolletjes smelten bij de aanraken van het hete ijzer. Hoe meer ik er overheen ga hoe makkelijker het uitvloeit. Na enige tijd voelt het board aan de andere kant ook warm aan. De wax is inmiddels zo vloeibaar geworden dat het als een olie achtige substantie op mijn board ligt. Als ik deze fase heb bereikt ben ik pas tevreden. 

Voorzichtig schraap ik het weggevloeide wax van de ijzeren kanten en laat het board en uiteraard de ski’s, een paar uur drogen. Aan het einde van de middag is de wax voldoende uitgehard zodat ik het overtollige wax er met een speciale schraper af kan schrapen. Dit is eigenlijk het minst leuke van de hele klus. Maar als het eenmaal is gebeurd geeft het een pestbende op de grond  heel veel voldoening zowel geestelijk als op de berg. Kom maar op met die afdalingen 💪🏼

*we zijn inmiddels weer terug van een heerlijke wintersport